Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Nu dan, [10]wed toch met mijn heer, den koning van Assyrie; en ik zal u twee duizend paarden geven, zo gij voor u de ruiters daarop zult kunnen geven. 10. Of, stel borg. Anders: verpand u mijnen heer, of zet uzelven mijnen heer te pand, gelijk Neh.5:3, te weten dat gij u onder zijne heerschappij zult begeven, indien gij niet vermoogt zoveel ruiters op te brengen als ik u paarden leveren zal.